Papyrus


Ik ben bevooroordeeld. Ik houd van taal en werk er beroepsmatig mee. De studie Nederlands bood me vakken als Gotisch en Etymologie, hoogtepunten waarin taal en geschiedenis samensmelten. Mijn vrije tijd breng ik het liefst lezend door. Hoe kan het dan anders dat een boek als Papyrus voor mij een schot in de roos is. Een ode aan iedereen die de overlevering van boeken heeft bijgedragen. Toen en nu. Met Papyrus rekent auteur Irene Vallejo ook af met haar kwelgeesten van het schoolplein, die zich aan haar vroege leesliefde ergerden en dat in woord en daad duidelijk maakten. Voor hen ligt nu een boek over boeken dat met recht een bestseller aan het worden is. Vallejo’s wraak is zoet.

Een verhaal is in wezen weinig meer dan een ademtocht die klank krijgt door stembanden, tong en tanden. Een verschijnsel dat voorbestemd is om direct na geboorte te sterven. Maar niet dankzij die monumentale uitvinding van de mens: het boek. Boeken hebben het geheugen vergoot, starre sociale structuren aan het wankelen gebracht en wegen voor baanbrekende ideeën geplaveid. Opmerkelijk daarbij is de recente opleving van de orale cultuur, tot stand gebracht door technologie zoals radio, televisie, telefoons, vliegtuigen en – hoe heerlijk! – voorleesboeken. Moderniteiten die het bereik van woorden nog verder hebben vergroot.

Papyrus is een ode aan vertalers en uitgevers. Want hoe slaapverwekkend saai boeken voor sommigen ook moge klinken, de uitgifte ervan is niet zelden een kwestie van leven of dood geweest. In de jaren 80 van de vorige eeuw schreef Salman Rushdie De duivelsverzen, een voor veel moslims godslasterend bevonden boek. Ayatollah Khomeini verklaarde Rushdie vogelvrij en de gevolgen waren snoeihard. De Noorse uitgever werd thuis onder vuur genomen. De Japanse vertaler werd vermoord. De Italiaanse neergestoken. Rushdie zelf overleefde een bomaanslag, moest tien jaar onderduiken en kreeg permanente bewaking voor de deur. Alle agressie ten spijt hield uitgeverij Penguin het boek onversaagd op de toonbanken, waar het bij winkelpersoneel in kogelvrije vesten kon worden aangeschaft.

Papyrus is ook een ode aan slaven en vrouwen. Tijdens de Romeinse overheersing werden antieke verhalen en wijsheden overgeleverd door tot slaaf gemaakte Griekse intellectuelen en slaven uit onder meer Sardinië, Brittannië, Gallië en Germanië. Als tot bezit verklaarde leraar, ambtenaar, bibliothecaris, arts of kopiist gaven zij kennis door. Vrouwen, zo stelt Vallejo, joegen verhalen tijdens het weven de wereld in. Het zou verklaren waarom de literatuur zoveel weefmetaforen bevat: het stramien van een verhaal, de rode draad, vervlochten verhaallijnen, de ontknoping.

Tussen de verhalen die zijn overgeleverd bevindt zich slechts een handjevol komische werken. Humor in literatuur werd in oudheid als een marginaal en minderwaardig verschijnsel gezien, merkt Vallejo afkeurend op, want in een lach klinkt al snel opstandigheid tegen rangen en standen. Anno 2021 kunnen ernstige teksten nog steeds op meer waardering dan optimistische verhalen rekenen, mogelijk nu om te laten zien dat de schrijver niet van de straat is en structuren blootlegt die voor anderen onzichtbaar zijn. De Belgische filosoof Maarten Boudry merkte eerder al terecht op dat zwaarmoedigheid als diepzinnig worden gezien.

Wie denkt dat de cancel cultuur een nieuwe fenomeen is, rekent buiten ’s werelds beroemdste wijsgeer om. Ruim tweeduizend jaar geleden schrapte Plato al onwelgevallige frasen alsof het een lieve lust was. Het is hoopgevend dat de zo belezen Vallejo met censuur korte metten maakt. We kunnen de hele literatuur wel voor cosmetische ingrepen naar de operatiezaal slepen, stelt ze, maar zij zal ons dan niet langer tonen hoe de wereld in elkaar steekt. Er schuilt nu eenmaal meer pedagogie in verontrusting dan in verlichting. En zo is het – ook in het onderwijs, en daarbuiten. Zoals ongemak de motor achter evolutionaire vooruitgang is, zo is ongerief een voorwaarde voor geestelijke ontwikkeling. Wat je al weet, zet je niet meer tot nadenken. Geestelijke gymnastiek maakt net als lichamelijke gymnastiek duidelijk wat zou kunnen en waar grenzen liggen.

Papyrus dus. Gewoon lekker-lang-lezen-literatuur. In de zomertuin met het ritme van knerpende krekels om je heen. In de trein op weg naar een laatste bezoek. In de skatehal waar het jongvolk zich in het zweet zwoegt. Papyrus is zoals lezen bedoeld is. Een pil die je overal mee naartoe neemt om in de stilte van je hoofd af te reizen naar vergeten werelden en nieuwe perspectieven.

Eén opmerking over 'Papyrus'

Plaats een reactie